Het muziekkatern van Humo, het blad waar ik voor schrijf, zit in het nieuw. We hebben een nieuwe columnist (welkom, Meskerem Mees!) en een nieuwe rubriek over muziek van eigen bodem, ‘Made in Belgium’. Voor de eerste aflevering mocht ik het nog eens hebben over het belangrijkste Belgische nummer in tijden: ‘Stop met wenen’ van Kaat Van Stralen, dat ik in nieuwsbrief #11 al tipte.
‘Made in Belgium’ had ook over de Belgische muziekmarkt kunnen gaan, want uit nieuwe cijfers blijkt dat die gegroeid is: 10 procent erbij, alstublieft. Het verbaast me niet dat die markt groeit en ook niet dat die groei bijna volledig van de streamingdiensten komt. Wat wel opvalt, is dat de verkoop van vinyl stagneert. Of toch op het eerste gezicht, want de platenzaken zelf zien geen slechtere tijden aan de horizon, schrijft Nick De Leu in De Standaard. Hij stipt aan, en dat wist ik niet, dat die cijfers niet gaan over hoeveel vinyl de platenboer verkoopt, maar hoeveel hij bij de verdeler inkoopt. En als een paar zaken ermee stoppen, om wat voor reden dan ook, wordt er dus minder vinyl ingekocht.
Cijfers zeggen niet altijd alles, schreef ik vorige week in nieuwsbrief #17 over de statistieken van Spotify. In hun persbericht stond ook een stukje over onafhankelijke artiesten:
In 2024, independent artists and labels collectively generated more than $5 billion from Spotify — representing about half of total Spotify royalties for another year.
Spotify globally represents about one-third of overall recorded streaming revenue (IFPI), but represents over 50% of Indies’ streaming revenue (MIDiA). That over-index of Spotify in Indies’ revenue shows that our model uniquely creates more opportunities for more artists to build sustainable careers in music.
Dat is mooi, maar smaakt wel beter met een korrel of twee zout, al is het maar omdat Spotify de kleinste garnalen de duvel aandoet door geen royalty’s meer te betalen voor een nummer dat in een jaar tijd minder dan duizend streams heeft behaald.
Dat is ook interessant, want wat is een indie? Het simpelste antwoord zou zijn: een artiest die niet onder een van de drie major platenlabels Universal, Sony of Warner zit.
De werkelijkheid is complexer, zo las ik op de site van onderzoeksbureau MIDiA, waar ook Spotify zijn cijfers haalt. Veel kleinere labels laten hun platen bijvoorbeeld door de Grote Drie of werken intensief met hen samen. In niet-Westerse landen opereren labels die we niet als major zien, maar dat in hun eigen markt wel zijn:
While the global figures are compelling in their own right, things get really interesting at a regional level, with non-major share particularly high in Asia Pacific and Rest of World (MENA, sub-Saharan Africa, etc). […] Many will be familiar with some of these labels (e.g., HYBE, JYP, Avex) yet there is a long list of big labels that rarely register on Western radars but are bigger than most Western indies. Examples include Starship Entertainment (South Korea), GMM Grammy (Thailand), EE-Media (China), and Star Music (the Philippines).
Daar komt bij dat de indies massaal worden opgekocht door de majors. Warner kocht het Nederlandse Cloud 9 en de Afrikaanse distributeur Africori, Sony shopte in Griekenland en Tsjechië. Universal kocht de voorbije twee jaar onder meer Belgische trots PIAS, het Nederlandse 8Ball, labels uit Nigeria en Japan en distributeur Downtown. Dat is het moederbedrijf achter CD Baby en Fuga, twee belangrijke platformen waarop onafhankelijke artiesten hun muziek kunnen uitbrengen. Vooral die laatste aankoop baart de indies zorgen, las ik op de site van Impala, een belangenvereniging van 6000 labels.
Over majors en indies schrijf ik ooit nog wel eens een groot stuk. In afwachting daarvan een anekdote. Dit weekend sprak ik voor Humo in Amsterdam met een gehypete internationale rockband die bij een major heeft getekend. Toen ik hen vroeg waarom ze dat hadden gedaan, antwoordden ze me dat ze goed hadden onderhandeld, alle vrijheid kregen en dat daarmee de kous af was: “Wij willen groot worden en veel spelen, how’s that a crime?”
5 + 1 gratis
Aafke Romeijn - ‘Huilen’
Aafke en ik, dat is raken en missen. Sommige van haar nummers zeggen me weinig, maar de veertien tracks op haar nieuwe plaat Ultraviolet treffen bijna allemaal doel. Deze koos ik voor het even simpele als hartverscheurende refrein: “We huilen, maar we huilen samen, dus het is oké.”
Hiqpy - ‘Something’
Aan de Nederlanders die dit lezen en Hiqpy al kennen: hou jullie even in stilte bezig. Aan al de rest: dit is voor mij de beste nieuwe gitaarband in de Lage Landen. Emotionele grungepop vol kleine details, en soms een groot gebaar, waar de internationale ambitie van afdruipt.
Joel Vandroogenbroeck - ‘Fairy Tale’
Aphex Twin heeft een gezellige playlist gemaakt voor streetwearmerk Supreme en daar zitten heel veel Belgen in: Lords of Acid, Nala Sinephro, René Costy, undergroundklassieker ‘Funky Chimes’ van Francis Coppieters en dus ook Joel Vandroogenbroeck, blijkbaar een jazzpianist met een voorliefde voor computers. Ik kende hem niet, maar hoe mooi is dit nummer!
Netsky & Andromedik - ‘Out of Body’
Andromedik groeide net als ik op met Netsky, nu heeft hij een track klaar met zijn leermeester en denk ik terug aan de dagen dat ik ‘Memory Lane’ tien keer na elkaar beluisterde op het YouTube-kanaal van UKF.
The Yummy Mouths - ‘All I Know’
De Belgen lieten lang wachten op hun debuut, maar het is er nu en het mag er zijn: Apocalypse Park is behoorlijk spannende shit op de kruising van punk, krautrock en elektropop.
Je vindt alle nummers terug in deze playlist, net als de tips die ik in de vorige nieuwsbrieven heb gegeven. Bij dezen zijn ook jouw aanraders van harte welkom.
En om te eindigen: ik ben weer beginnen te kijken naar Basta, want dat staat op Streamz en ik had een vrije zaterdag. ‘Zelfgeknutselde onderzoeksjournalistiek’, noemden Jonas Geirnaert, Jelle De Beule, Lieven Scheire en Koen De Poorter het bijna vijftien jaar geleden, maar ze gingen wel door waar de gevestigde pers netjes achter de dranghekken bleef staan. Ze schaften de belspelletjes in België eigenhandig af door een presentator te laten infiltreren, vroegen aan Didier Reynders of hij de 20 miljard belastinggeld wilde teruggeven waarmee hij drie jaar eerder de banken had gerecht en lieten de baas van Sabam door het stof kruipen. Bij hun bekendste stunt gingen de journalisten zelf met de billen bloot, toen ze de verzonnen peilingen van Basta zonder blikken, blozen of checken overnamen.
Achteraf gezien was Basta buitengewoon onverschrokken, vandaag denk ik dat geen enkel productiehuis en geen enkel mediabedrijf nog aan zoiets zou durven te beginnen.
Hartelijks,
Jasper