The Notes in My Ears is de nieuwsbrief van Jasper Van Loy, muziekjournalist voor HUMO en De Morgen en op TikTok. Elke woensdag een persoonlijke selectie muziekverhalen en songs.
Ik heb een paar weken geleden ontdekt dat ik mijn stukken van bij HUMO en De Morgen ook gewoon zelf online mag zetten nadat ze daar een tijdje hebben gestaan. Ik ben van plan om dat regelmatig te doen in deze nieuwsbrief, met als eerste dit essay dat ik begin mei schreef. Laat me weten wat je ervan vindt en wat voor stukken ‘from the vault’ je meer zou willen lezen.
Verschenen op 7 mei 2025 in De Morgen
Vijftien jaar geleden scoorden artiesten als Katy Perry en Kesha met optimistische songs in moeilijke economische tijden. Daar bestond zelfs een naam voor: recessiepop. Nu staan de markten er weer slecht voor, maar blijft een nieuwe golf muzikale vrolijkheid uit.
Het is alweer tien maanden geleden dat Katy Perry aan de slechtste comeback uit de recente popgeschiedenis begon. ‘Women’s World’, de single die haar terugkeer moest inluiden, was feminisme op zijn oppervlakkigst, dat nog minder waard werd toen bleek dat het nummer geproduceerd was door Dr. Luke, door zijn andere pupil Kesha ooit beschuldigd van verkrachting. Over 143, de plaat die daarop volgde, schreven zowat alle recensenten dat ze klonk alsof Perry ze jaren op een rek had laten liggen.
Sindsdien kan de zangeres zich niet meer loswrikken van de publieke schandpaal die het internet te vaak is. Er werd gelachen om het onderzoek dat de regionale overheid van de Balearen uitvoerde naar de opnames van de videoclip van ‘Lifetimes’, er werd gelachen om haar juridische strijd met een Australische modeontwerpster die Katie Perry heet.
Er werd nog veel harder gelachen toen ze de vrouwenrechten een dienst wilde bewijzen door de ruimte in te gaan met een raket van Jeff Bezos. Alles aan de vlucht werd een reden om met haar te spotten: de uitstoot, de persconferentie, dat ze in de ruimte ‘What a Wonderful World’ zong, dat ze na elf minuten weer terug was en dat ze eens uit de capsule prompt de grond kuste.
Daar is veel misgegaan, maar Perry had wel het goede moment gekozen voor haar comeback. Ze is namelijk de koningin van de recession pop. Die term gebruikt de Angelsaksische muziekpers voor de montere, onbezorgde popmuziek die kwam opzetten tijdens de recessie van 2008 als gevolg van de kredietcrisis. Terwijl de kranten vol stonden met onheilsberichten, werden de hitlijsten beheerst door gladde r&b en uitgelaten dancepop over drinken, dansen en feesten. Katy Perry dus, maar ook Lady Gaga (‘Just Dance’), Kesha (‘Tik Tok’), Pitbull (‘Hotel Room Service’), Flo Rida (‘Club Can’t Handle Me’) en Black Eyed Peas (‘I Gotta Feeling’).
Collega Jozefien Wouters van De Morgen ging naar Pitbull en schreef daar vorige week een heerlijk verslag over.
Chirofuiven kwamen op gang met ‘Party Rock Anthem’ van LMFAO. Usher en Jason Derulo waren op hun hoogtepunt, de ‘Harlem Shake’ was een ding. Of die artiesten effectief op het slechte economische gesternte reageerden of gewoon zin hadden in pompende pop met debiele teksten, is nooit duidelijk geworden, maar laat ons zeggen dat ze gelegen kwamen.
We kunnen ook nu wel wat recession pop gebruiken, las je al maanden voor Perry’s comeback in essays allerhande. Er is immers veel slecht nieuws waar een nieuw ‘California Gurls’ ons uit zou kunnen helpen ontsnappen, van een opwarmend klimaat over woedende oorlogen tot de leider van de vrije wereld die steeds meer op een dictator begint te lijken.
Bovendien geven moeilijke tijden bijna altijd een stroomstoot aan de populaire muziek. Zonder Grote Depressie in de jaren twintig zou er geen swing zijn geweest, zonder de Vietnam-oorlog geen opmars van de disco, zonder racisme en economische achtergestelde wijken in New York geen hiphop.
Alleen is de vraag of die golf er wel komt.
Er is een grote nood aan lichtzinnige muziek, dat zie je alleen maar aan hoe goed de oude singles van Katy Perry het doen op de streamingdiensten. Het laatste anderhalf jaar zag ze zes van haar nummers over het miljard streams op Spotify gaan - daarvoor had ze nog maar drie liedjes in de billions club. Kesha probeert dezer dagen ook een comeback te maken, maar haar oude hits ‘Tik Tok’ en ‘Timber’ worden nog altijd tien keer zoveel gestreamd als haar nieuwe singles. En niet figuurlijk, maar letterlijk tien keer zoveel.
In de lijst met artiesten die het meeste luisteraars per maand hebben, staat Katy Perry op 26. Twee plaatsen onder haar staat er met Pitbull een ander boegbeeld van de recession pop, David Guetta (15) en Rihanna (7) prijken zelfs nog hoger. Nostalgie naar de jaren tien, en naar recession pop in het bijzonder, is een van de redenen dat Lady Gaga zich zo gemakkelijk kon herlanceren met het exuberante geluid dat haar groot maakte.
En ja, er zijn nog nieuwe songs die daaraan appelleren. ‘APT.’, het duet van Bruno Mars en K-popzangeres Rosé, gaat over niks meer dan een drankspelletje. ‘Diet Pepsi’ van Addison Rae, over in de auto zitten met je liefje, is pure recession pop. ‘Sports Car’ van Tate McRae is dat ook, al is het maar omdat het zo hard op ‘Buttons’ van The Pussycat Dolls lijkt.
In trendstukken wordt ook verwezen naar Chappell Roan, Sabrina Carpenter en Charli xcx als voorbeelden van nieuwe recessiepop, maar bij alledrie past voorbehoud
Carpenter is de meest onbezorgde van de drie, maar verpakt haar seksgrapjes en gezellige ironie in zachte bubblegumpop, niet meteen de sound van recession pop. Roan brengt het meeste fun, maar zingt evengoed over hoe ze haar ware ik vond in een gaybar. Op Brat viert Charli xcx het hedonisme van de nacht, maar heeft ze het ook over hoe complex het is om vrouwelijke vrienden te hebben in het patriarchaat en uit ze twijfels over haar kinderwens: “I think about it all the time / That I might run out of time.”
“Wat draag je en wil je graag kinderen later? / Ik zei: “Wil je graag kinderen later?” zingt Pommelien Thijs in ‘Authentiek’. Het moet nog officieel uitkomen, maar ze speelt het al even live en op haar concerten wordt het meegezongen alsof het ‘Dynamite’ van Taio Cruz is. Ook Froukje en S10 scoren dezer dagen met pop die escapistisch klinkt, maar dat qua tekst niet is. In ‘Hart in brand’ gaan ze uit op een vette housebeat, maar laten ze zich ook gedachten ontvallen als: “Morgen word ik wakker in m’n eentje / Is dit dan echt geluk of is het leegte?”
Lees mijn portret van Pommelien Thijs in HUMO: ‘Als ze ergens voor staat, neemt ze de reacties voor lief’
Het lijkt wel of de huidige generatie popartiesten wel opgewekte muziek wíl maken, maar niet meer gelooft in het optimisme dat erachter zit. De nieuwe single van Lorde is dansbaar, maar valt koud op je dak zodra je naar de tekst luistert: “Now we wake from a dream, well, baby, what was that?”
Welke mainstream popartiest brengt vandaag nog puur escapisme? Zonder tweede laag, zonder diepe gedachten, gewoon wat voor je uitrijmen over de party rock die in the house is? Zelfs Tate McRae noemt haar laatste plaat So Close To What een “introspectieve verkenning van zelfontdekking, liefde en de zoektocht naar balans”. Zelfs aan de studentenpop van Roxy Dekker zit een randje clevere ironie.
Na een halfuur nadenken vond ik maar één nummer in de hitparade dat qua verrukkelijke domheid ook maar in de buurt komt van ‘I Gotta Feeling’: een nummer van een groep Nederlandse studenten over ene Lotje die hen croissants brengt.
Intussen is TikTok volledig geswiftiseerd: wie daar viraal wil gaan, en tot spijt van wie het benijdt moet je dat willen om vandaag mee te draaien aan de top van de pop, scoort het gemakkelijkste met gevoelige, verhalende liedjes waar het drama van afdruipt. ‘Messy’ gaat over de onzekerheden van Lola Young, ‘It’s So True’ van Gracie Abrams over een pijnlijke breuk en ‘Sailor Song’ van Gigi Perez over het onbeantwoorde verlangen naar een meisje dat op Anne Hathaway lijkt.
Ook virale sterren als Lizzy McAlpine, Sombr en Myles Smith hebben weinig vrolijks in het repertoire zitten en de oude songs die vandaag scoren op TikTok, zijn in de meerderheid triest, hoogstens sad bangers: van ‘Party 4 u’ van Charli xcx over ‘Hometown Glory’ van Adele tot ‘Maps’ van de Yeah Yeah Yeahs.
Het staat in schril contrast met de eerste generatie TikTok-hits zes jaar geleden, toen journalisten het nog een ‘filmpjesapp’ noemden en zich nog moesten afvragen of de app onze beleving van muziek zou veranderen. Als je toen wilde scoren op TikTok, moest het raar of random zijn. Denk aan ‘Old Town Road’ van Lil Nas X, een rapnummer over met je paard naar de saloon rijden, ‘Mia Khalifa’ van iLoveFriday, een disstrack over een pornoster; of ‘Savage Love’ van Jason Derulo, dat dreef op het geluid van een verkouden saxofoon.
Toen kwam de covidlockdown, een periode waarin we wel wat muzikale levensvreugde konden gebruiken. Alleen kwam die niet.
Dua Lipa scoorde met nostalgische discopop en de samenwerking van Bruno Mars en Anderson .Paak was een hoogst plezierige bedoening, maar verder rekende Olivia Rodrigo af met haar ex, brak Fred again.. door met slaapkamerhouse waar de melancholie van afdroop en maakte Taylor Swift met Folklore en Evermore de twee intiemste en treurigste platen uit haar carrière.
We krijgen voorlopig dus geen nieuwe tsunami van recession pop, hoe graag alle think pieces dat ook zouden willen. De meeste daarvan verliezen twee dingen uit het oog.
Ten eerste: na vijftien jaar sociale media is popmuziek te slim geworden om nog echt dom te kunnen zijn. In de hoogdagen van de recession pop, nog voor Facebook op zijn hoogtepunt was, volstond bij wijze van spreken een catchy deun en een platenfirma met een goeie pr-afdeling. Vandaag is een artiest zijn eigen promomanager op sociale media en is uitgebreide storytelling de norm geworden, om de easter eggs van Taylor Swift maar niet te noemen.
Nogmaals, dat wil niet zeggen dat er geen nóód is aan escapisme, alleen zoeken fans daarvoor naar songs die hun nut al hebben bewezen. Justin Timberlake en de Sugababes vullen nog altijd volle zalen, terwijl haast niemand nog bezig is met hoe krampachtig Lil Nas X op zijn nieuwe plaat Justin Timberlake probeert te zijn.
Wat we vandaag simpele, complexloze pop noemen, komt bijna altijd met een twist of een slimmigheid. Een simpele historische vergelijking volstaat om dat te zien. Wie zegt dat ‘Espresso’ van Sabrina Carpenter het nieuwe ‘I Gotta Feeling’ is, legt een tongue-in-cheek-liefdesliedje vol taalspel naast een nummer dat ook als je het binnenstebuiten draait geen enkele andere boodschap heeft dan dat tonight weleens een good night zou kunnen worden. Chappell Roan brengt muziek om op te feesten, maar vraagt op het moment dat ze daar een award voor krijgt wel aandacht voor de mentale gezondheid van artiesten.
En ten tweede: in tegenstelling tot in 2008 is er helemaal geen recessie. Ja, de handelsoorlog van Donald Trump zorgt voor onrust op de beurzen en in de wereldhandel, de olieprijs is historisch diep gezakt, de inflatie klotst over de plinten en elke dag verschijnen er stukken over dat er nu echt wel eens snel een recessie zou kunnen aankomen, alleen is die er nog niet.
Wat er wel is, is een daling van het vertrouwen van de Amerikaanse consument. Volgens cijfers van denktank The Conference Board heeft die niet alleen minder vertrouwen in de economie van vandaag, maar ook en vooral minder vertrouwen in die van de toekomst. De consumentenverwachting heeft zelfs het laagste punt in dertien jaar bereikt - ook in ons land is het trouwens al even aan het dalen.
Dat is slecht nieuws voor de economie, want pessimistische mensen geven minder geld uit. Economieblogger Kyla Scanlon bedacht er in 2022 de term vibecession voor: iedereen denkt dat het slecht zal gaan en dus zal het nog slechter gaan.
Daar zit het grote verschil tussen vandaag en de hoogdagen van de recession pop. In 2009 begon het vertrouwen van de Amerikaanse consument in de toekomst te klimmen toen de recessie officieel nog aan de gang was, nu ligt dat lager dan in volle coronapandemie. De grote hits van Katy Perry, Kesha en Usher sloegen niet alleen aan omdat ze optimistisch waren, maar vooral omdat wij optimistisch waren.
Het is nog vroeg, maar wie weet kijken we binnen vijftien jaar terug op de hoogdagen van de vibecession pop, een bloeiperiode van artiesten die hun escapistische sound gebruikten om punten te maken over de staat van de wereld.
Misschien zal dan iedere winnaar van een prijs zijn speech gebruiken om zoals Chappell Roan een punt te maken, tourt iedereen duurzaam volgens de principes van Billie Eilish en zal blijken dat Pommelien Thijs een generatie bewuste jongeren heeft opgevoed door hen oerend hard te laten zingen dat ze fucked zijn. Misschien zal dan blijken dat ook deze barre tijden goed zijn geweest voor de popmuziek, alleen niet zoals Katy Perry het gehoopt had.
Misschien is het ook onderdeel van de TikTokification dat iedereen altijd overal een mening over moet hebben. En dat je, als je als muzikant geen mening uitdraagt in je muziek, daardoor gelijk niet meer mee kan doen.
Maar: wat denk je van de nieuwste single van Renee Rapp, 'Leave Me Alone'? Volgens mij komt die wel redelijk in de buurt van 'domme' popmuziek, die me qua sound doet denken aan 'Shut Up And Drive' van Rihanna. Maar die track werd door haar achterban ook metéén afgekraakt (onterecht wat mij betreft).