#27 Zijn Israël en het grootkapitaal de headliners van deze festivalzomer?
Over straatorkesten en vampieren
Sonár in Barcelona, een van de festivals in handen van KKR © Sonár
The Notes in My Ears is de nieuwsbrief van Jasper Van Loy, muziekjournalist voor Humo en De Morgen en op TikTok. Elke woensdag een persoonlijke selectie muziekverhalen en songs.
Ik heb deze week vijf verhalen voor jou: vier leuke verhalen, en eentje waarvan ik ongemakkelijk op mijn stoel ging heen en weer schuiven. Eerst de leuke!
Die Verdammte Spielerei, een zacht-anarchistisch straatorkest uit Gent, nodigde mij uit op hun concert met jeugdorkest Nootuitgang in Oudenaarde. Ik zag er de kracht van muziek in volle werking en schreef er een stukje over voor De Morgen.
- , de cijferfetisjist van muzikaal Substack, vroeg zich af of er de laatste vijfentwintig jaar nog standards zijn geschreven, nummers à la ‘My Way’ of ‘Strange Fruit’ die (zullen) voortleven in steeds weer nieuwe versies. Ja, is zijn antwoord - en het zijn bijna allemaal nummers van Coldplay en Ed Sheeran.
Rolling Stone gaat de belangrijke vragen in de popmuziek niet uit de weg, zoals daar zijn: waarom klinken zoveel pophits van nu, van ‘Beautiful Things’ (Benson Boone) tot ‘Ordinary’ (Alex Warren), alsof ze geschreven zijn om auditie te doen voor The Voice?
Lezers van The Guardian mochten vragen stellen aan de formidabele muzikante, songwriter en activiste Peggy Seeger: zus van folkheld Pete, dochter van componiste Ruth en vrouw van Ewan MacColl, die ooit ‘The First Time Ever I Saw Your Face’ voor haar schreef. Heerlijk gesprek:
Do you see any prospects of a new folk revival within this digital world dominated by Spotify? Even if the likes of Trump, Musk and Farage must surely encourage a strong protest movement? Brian Dowsett
Well, I can say what I would like to see, but I’m not sure it will happen. Climate change is going to cull us as a species. There won’t be any big bands and we won’t have any producers of guitar strings, so we’re going to have to rely on our own voices and make instruments out of whatever we can find. But we’ll always need music that expresses the hopes and dreams of the community.
Die Verdammte Spielerei en orkest Nootuitgang © Gil Plaquet
En dan het verhaal waar ik nu al een paar dagen over aan het tobben ben. Je moet weten dat ik festivalcoördinator ben bij Humo en De Morgen en dat ik dolgraag naar festivals ga. Ze geven kleur aan de zomer, brengen mensen samen en zijn motoren voor culturele verandering. Althans, dat kúnnen ze zijn. Als journalist weet ik natuurlijk dat veel festivals ook bedrijven zijn, met boekhouders die een heel jaar lang keihard rekenen om de headliner te betalen / de eigenaar rijk te maken (schrap gerust wat niet past).
Maar wat ik deze week las, is toch nog van een heel andere orde: tachtig festivals in Europa en Australië, samen het bedrijf Superstruct, zijn overgenomen door het Amerikaanse private-equityfonds KKR. Het gaat niet over Belgische festivals, wel over festivals die ook in ons land klinken als een klok: Sziget, Wacken Open Air, Zwarte Cross, Awakenings…
Follow The Money, het platform dat de kwestie onderzocht, legt mijns inziens goed uit waarom private equity in de festivalscene een probleem zou kunnen zijn:
Private equity dankt bijnamen als ‘aasgieren’, ‘sprinkhanen’ en 'barbaren' aan het feit dat het ook andere tactieken gebruikt om een bedrijf te gelde te maken. Behalve in stukken knippen en vastgoed verkopen, zoals bij Vendex, overlaadt private equity bedrijven met schulden, voert het massa-ontslagen door of plundert het de kas (zoals KKR’s branchegenoot Apax deed bij krantenuitgever PCM).
En ook:
Om de investering er in de loop van vijf à zes jaar uit te halen, zal het bruto resultaat jaarlijks met tientallen procenten moeten stijgen, rekent de Reuters-analist voor. KKR en CVC (co-investeerder in Superstruct, JVL) kunnen dit behalve met stijgende ticketprijzen bereiken door meer gebruik te maken van data, zoals die van Spotify of TikTok, om te zien wat mensen leuk vinden, en zo meer mensen trekken, of sneller uitverkopen of een hogere ticketprijs kunnen vragen. Ook kunnen ze zaken als catering op een grotere schaal inkopen en zo kosten besparen.
De vraag is niet eens meer of die opschaling de prijs van tickets, eten en drinken de hoogte in zal jagen, maar met hoeveel dat zal zijn.
Daar komt bij dat KKR in sectoren en bedrijven investeert waar veel festivals, die zich van oudsher graag als progressief en ruimdenkend laten zien, liever niet te veel uitstaans mee hebben. Een aardgaspijplijn in Canada, bijvoorbeeld, of databedrijven in Israël. De voorbije dagen hebben artiesten op de line-ups van Sónar in Barcelona en Field Day in Engeland hun optredens al afgezegd. Andere festivals, zoals Zwarte Cross, namen met zoveel woorden afstand van hun nieuwe eigenaars.
In België is KKR niet actief, maar wel een ander private equity-bedrijf. Het Nederlandse Waterland is eigenaar van All Things Live, een groep waar onder meer boekingskantoor Busker (Flip Kowlier, Absynthe Minded, Brihang…) en managementbureau Musickness (dEUS, Eefje De Visser…) deel van uitmaken. Waterland-woordvoerder Laurence Van Doosselaere legde aan Follow The Money uit waarom ze zoveel investeren in festivals:
We zagen in de festivalbranche een kans om een bijdrage te leveren aan zichtbare verbetering. Veel festivalorganisaties draaien op passie, maar lopen tegen hun grenzen aan. Dat raakt uiteindelijk de festivalganger: wachtrijen, versnipperde communicatie, tekort aan faciliteiten of zelfs het wegvallen van een geliefd festival.
Mijn gok is mevrouw Van Doosselaere nog niet te veel op Belgische festivals is geweest, want die draaien bijna allemaal op vrijwilligers en zijn zo goed als altijd perfect georganiseerd, maar ze heeft wel een punt als ze zegt dat vrijwilligers in de huidige, oververzadigde en hyperprofessionele festivalmarkt op hun limieten botsen.
Voor een stuk dat volgende week in Humo verschijnt, sprak ik met vier organisatoren van nieuwe festivals, waarvan er drie al in de muziekbusiness actief waren, en zij zeggen allemaal hetzelfde: de tijd dat je nog genoeg had aan wat vrienden, een paar vaten bier en goede wil om een nieuw festival uit de grond te stampen, is voorbij. Maar daarover volgende week meer.
5+1 gratis
Abor & Tynna - ‘Baller’
Simpel, maar rotaanstekelijk: het enige liedje dat ik dit jaar echt leuk vond op het Eurovisiesongfestival.
Billy Nomates - ‘Comedic Timing’
Tor Maries tikt in het mooiste nummer op haar nieuwe plaat de essentie van het rouwen aan: wat je ook doet met je verlies, je blijft altijd minstens even verweesd achter in een wereld die doorgaat.
Maarten Van Roozendaal - ‘Doden met verlof’
Van Roozendaal tomwaitst zich hier een weg door een prachtig liefdeslied, dat elk jaar favoriet zou moeten zijn voor alle aller-tijdenlijsten.
Tony Caso - ‘Motorcycle Madness’
Met dank aan Atze De Vrieze van 3voor12, die deze italo-parel in de appgroep van De machine dropte en mij nog voor de lunch naar een aperol deed verlangen.
Jack O’ Connell en co - ‘Rocky Road To Dublin’
Prachtige versie van de Ierse folk-klassieker, te horen in de al even heerlijke film Sinners.
Je vindt alle nummers terug in deze playlist, net als de tips die ik in de vorige nieuwsbrieven heb gegeven. Bij dezen zijn ook jouw aanraders van harte welkom.
Sinners is meteen mijn niet-muzikale cultuurtip van de week. Sla mijn exposé gerust over als je hem al hebt gezien, online staan meer dan genoeg analyses van mensen die veel meer over film, blues en/of black culture weten dan ik, maar als je nog niet in de bioscoop bent geraakt, geef ik je bij dezen drie redenen om alsnog te gaan.
Eén: Sinners is gelaagd en gewaagd. Regisseur Ryan Coogler neemt ons mee naar Clarksdale, het stadje waar bluesheld Robert Johnson zijn ziel zou hebben verkocht aan de duivel en waar twee broers (allebei gespeeld door Michael B. Jordan) een juke joint openen, een danstent voor zwarte mensen. Tijdens de openingsavond krijgen ze onverwacht bezoek van de Ierse folkie Remmick (Jack O’ Connell) en een koppel leden van de Ku Klux Klan, die hij even daarvoor heeft gebeten. De folkie is namelijk een vampier.
Met die premisse vertelt Coogler een verhaal over rassenhaat (want wanneer ben je het meest vrij, als onsterfelijke vampier of als zwarte man in het Amerika van de jaren dertig?) en over de universele kracht van muziek (de ene zijn folk is de andere zijn blues, en op een bepaald moment staat er ook een rapper in de juke joint). Hij speelt met tijd, ruimte, verwachtingen en symboliek (die door z’n kop gekliefde slang!) zoals ik dat al lang niemand meer heb zien doen.
Twee: Sinners heeft een superbe soundtrack. Blues, folk en pop zo ver het oog reikt, met bijdragen van James Blake, Brittany Howard en Rhiannon Giddens - je weet wel, de zwarte banjospeelster en violiste die Beyoncé een snaartje toestak op ‘Texas Hold’em’.
Drie: Sinners, een R-rated horrorfilm over blues en de zwarte zaak, is volgens de box office-statistieken de vijfde grootste film van 2025 tot nu toe. Dat is uitzonderlijk, dat heet momentum, dat moeten we als cultuurliefhebbers koesteren en voeden. Tegen het herkauwen van de popcultuur, voor originaliteit en baldadigheid!
Hartelijks,
Jasper
Dus je hebt tóch Sinners gekeken! Hell yeah!