The Notes in My Ears is de nieuwsbrief van Jasper Van Loy, muziekjournalist voor Humo en De Morgen en op TikTok. Elke woensdag een persoonlijke selectie muziekverhalen en songs.
Mijn week begon met een Facebookpost van Chantal Acda, een Belgisch-Nederlandse muzikante die ik hoog heb zitten. Ze had in De Standaard een uitstekend interview gelezen met Liz Pelly over Mood Machine, haar boek waarin ze onthult hoe nadelig Spotify is voor muzikanten - meer daarover in #11 - en dacht daar het hare van.
Ik weet niet of het waar is dat labels, zalen en boekers enkel naar streams kijken of dat in de toekomst vaker zullen doen. Ik weet wel, uit ervaring en gesprekken met collega’s, dat journalisten en radiomakers het steeds vaker doen. Het is niet moeilijk om dat te verklaren. Wie vandaag over muziek schrijft of radioshows maakt, gaat de strijd aan met platformen waar cijfers nog veel belangrijker zijn. Als je marktaandeel je lief is, ga je op zoek naar muziek waar veel mensen naar willen luisteren of over willen lezen.
Een early adopter die in zo’n klimaat aandacht wil geven aan een kleine of obscure act, moet heel sterke argumenten hebben. Tot de scene rond die band de doorbraak forceert, natuurlijk. Het mooiste vind ik dan altijd het moment waarop zo’n act dan ‘thuiskomt’ en als helden in het thuishonk worden onthaald. Brutus op Graspop vond ik vorig jaar zo’n moment, en ik had hetzelfde gevoel toen ik deze week op YouTube naar het concert van Turnstile in hun eigen Baltimore keek.
Ik prijs me elke dag gelukkig dat mijn cheffen het aanmoedigen dat ik niet alleen over Charli xcx en Pommelien Thijs schrijf, maar ook over Blondshell, Billy Nomates, DJ Marcelle, Fulco, Σtella, Squid en Walter Verdin. Dan nog zie ik soms het verwijt passeren dat wij als muziekjournalisten ‘slapen’ op deze of gene act.
Ik haat die uitdrukking, omdat ze impliceert dat we te lui zouden zijn om muziek te ontdekken die op het eerste gehoor niet de onze is, maar ik begrijp het sentiment wel, en zo’n opmerking houdt me ook wakker. Blijven kijken, blijven luisteren, blijven zoeken, blijven opfrissen, ook in de kleine hoekjes, ook in de vuile zaaltjes, ook als het niet vaak gestreamd wordt, ook als het niet vaak gedraaid wordt, ook als je festivalcoördinator bent en hele dagen bezig bent met accreditaties aanvragen en recensieschema’s opstellen.
En voor het overige heb ik de aller-, állermooiste job ter wereld.
Heeft er verder niks mee te maken, maar vond ik heel interessant: het Nederlandse onderzoeksplatform Follow The Money vogelde uit hoe André Rieu om Europese subsidies ging bedelen bij Ursula von der Leyen.
© Follow The Money
5 + 1 gratis
Nog eens een lijstje met een thema, deze keer: songs met minder dan 10.000 streams op Spotify.
Catbug - ‘kangoeroes in Australië’
Zoals Humo’s columnist Michèle Cuvelier het onlangs zo mooi omschreef: “Catbug kwinkeleert door mijn boxen. Kleurt de grijze winterlucht. Verstilt de snelweg. Vinkenzetting voor de ziel.”
Emma Hessels - ‘Insular’
Eerlijk, lang zal het niet duren voor deze jonge Belgische songwriter de tienduizend aantikt. Want hoe goed is dit, en wat zegt het niet als je in deze fase van je carrière al mag opwarmen voor Cat Power en Sam Amidon?
John Abercrombie - ‘Gimme Five’
Ik leerde in het boek van Wouter Adriaensen over de Hnita, een legendarische jazzclub in Heist-op-den-Berg, dat bezieler Juul Antonissen fan was van John Abercrombie en dan vooral van de plaat Open Land, waar dus ook dit kleinood op staat.
John Depew - ‘Pitamaking Pass’
Spotify keert geen geld uit voor nummers met minder dan duizend streams. ‘Pitamaking Pass’ heeft er 1203, andere nummers van Depew nog minder. Luister zelf eens naar ‘s mans kwikzilveren folksongs en kom me dan nog eens vertellen dat deze man zijn rosse streamingcenten niet verdient.
Koala Disco - ‘Romantics’
Vaak komt zonnige indierock uit Californië, en soms ook uit Limburg.
Je vindt alle nummers terug in deze playlist, net als de tips die ik in de vorige nieuwsbrieven heb gegeven. Bij dezen zijn ook jouw aanraders van harte welkom.
En om te eindigen tip ik graag een van de beste muziekbiografieën die ik ooit las, Kill’em & Leave over James Brown. Auteur James McBride is 1) zelf muzikant en 2) een intellectueel die ver buiten het muzikale denkt. Waar andere biografen hun onderwerp bestuderen met een loep, doet hij dat vanuit een drone, zodat hij zoveel mogelijk kan zien van wat er rond Brown gebeurt. Bij wijze van voorbeeld het volgende citaat, dat ik al tot vervelens toe aan mijn lief heb voorgelezen:
Here’s how music history in America works: a trumpet player blows a solo in a Philly nightclub in 1945. Somebody slaps it on a record, and fifty years later that same solo is a final in a college jazz department, and your kid pays $60,000 a year to take the final, while the guy who blew the solo out of his guts in the first place is deader than yesterday’s rice and beans, his family is suffering from the same social illness that created his great solo, and nobody gave two hoots about the guy when he died and nobody gives two hoots about his family now. They call it capitalism, the Way of the World, Showbiz, You Gotta Suck It Up, an upcoming Movie about Diversity, and my favorite term, Cultural History. I call it fear, and it has lived in the hearts of every black American musician for the last hundred years.
Het boek had op mij hetzelfde effect als een onbekende band die me wegblaast van bij de eerste noot: ik ging ervan beseffen hoe weinig ik maar weet, en welke vorderingen er nog te maken zijn. Very mindful werd ik ervan, alsook demure.
Hartelijks,
Jasper